Obligaties; een van de meest bekendste beleggingsvormen. Maar wat houdt deze beleggingsvorm precies in? Welke vormen van rendement heeft een obligatie en wat zijn de risico's van obligaties? Daar gaan we het in deze blog over hebben. Lees snel verder!
Inhoudsopgave
Betekenis obligatie
Een obligatie is in principe een leenbewijs. Als jij namelijk investeert in een obligatie dan leen jij jouw geld uit aan een bedrijf of overheid. Over dit uitgeleende bedrag krijg jij een bepaald rentepercentage, dit is jouw winst. Obligaties kunnen worden uitgegeven door zowel bedrijven als overheden. Ik zal een voorbeeld geven om de definitie van een obligatie te verduidelijken.
Voorbeeld
Als voorbeeld nemen we dat bedrijf Y €10.000 euro nodig heeft voor een investering. Om dit geld bij elkaar te krijgen kiest bedrijf Y ervoor om 10 obligaties uit te geven van elk €1.000. Het bedrijf kiest ervoor om een rentepercentage van 2,5% per jaar te betalen, de obligatie zal uiteindelijk na 10 jaar worden uitbetaald.
Als jij deze obligatie koopt, geef jij dus €1.000 euro te leen aan bedrijf Y. Hiervoor krijg jij elk jaar €25 euro aan rente, namelijk 2,5% van het uitgeleende bedrag van €1.000 euro. Dat betekent dat jij dus een passief inkomen genereert van 2,5% x €1.000 = €25 per jaar.
De obligatie heeft een looptijd van 10 jaar. Dit betekent dat na deze 10 jaar jij jouw uitgeleende bedrag terug krijgt.
Rendement
Als jij in een obligatie investeert kun jij winst maken, ook wel rendement genoemd. Dit rendement kun je verdelen in 2 onderwerpen, namelijk de couponrente en het koersrendement.
Couponrente
De rente die jij krijgt over jou obligatie wordt couponrente genoemd. Deze rente wordt meestal bepaald door de rentevoet op dat moment.
In het algemeen geldt bij beleggen dat hoe meer risico je neemt, hoe meer rendement je mag verwachten (al moet je dit niet te letterlijk nemen, je neemt immers een groter risico waardoor je ook eerder je geld kunt verliezen).
Bij obligaties is dit niet anders, een obligatie met een hoge kredietwaardigheid levert over het algemeen minder rendement op (de couponrente ligt hier namelijk lager), dan een obligatie met een lage kredietwaardigheid.
Geld uitlenen aan bijvoorbeeld de Amerikaanse overheid is een stuk minder riskant dan geld uitlenen aan een bedrijf die op de rand van afgrond staat. De Amerikaanse overheid zal daardoor ook een minder hoge couponrente uitkeren dan het bedrijf die op de rand van afgrond staat.
Er is nog één verschil in couponrente, je hebt namelijk vaste rente en variabele rente. Bij vaste rente staat de couponrente gedurende de gehele looptijd van de obligatie vast. Zoals in het voorbeeld het geval is.
Bij een variabele rente, is de rente periodiek. Oftewel deze kan gedurende de looptijd veranderen. Deze rente kan bijvoorbeeld afhankelijk zijn van de marktrente.
Het koersrendement
Daarnaast heb je ook nog het koersrendement, net zoals bij aandelen wordt een obligatie ook op de beurs verhandelt. Wel is het zo dat bij obligaties de prijsveranderingen op de beurs een stuk minder zijn dan bij aandelen.
Meestal is het zo dat als de marktrente stijgt, dat dan de obligatiekoers daalt. En als de marktrente daalt, dat dan de obligatiekoers stijgt.
Als jij beslist om je obligatie te verkopen tegenover een hoger bedrag dan dat jij je obligatie gekocht hebt, dan heb je winst gemaakt doormiddel van het koersrendement.
Nominale waarde
Omdat bij obligaties sprake is van koersveranderingen, is het van belang om rekening te houden met de nominale waarde.
De nominale waarde is de reële waarde van de obligatie. Als een bedrijf één obligatie uitgeeft voor €1.000, dan is de nominale waarde van deze obligatie ook €1.000.
Je wilt rekening houden met de nominale waarde van een obligatie, omdat je er niet te veel voor wilt betalen. Het kan namelijk voorkomen dat de prijs van een obligatie op de beurs boven of onder deze nominale waarde komt te liggen.
Als de prijs van een obligatie boven de nominale waarde komt te liggen, moet je gaan kijken of je met de couponrente nog genoeg winst kunt maken dat in verhouding staat met het risico dat je loopt. Hieronder een voorbeeld:
Voorbeeld
Stel obligatie A heeft een nominale waarde van €1.000 met een couponrente van 2%. De prijs van dit aandeel op de beurs is €1.100. Jij zou dan dus €100 meer betalen dan wat je aan het einde van de looptijd voor dit aandeel terugkrijgt.
Er zit 2% couponrente op deze obligatie, dat betekent dat jij 2% x €1.000=€20 ontvangt per jaar. Om het verschil in prijs van €100 te overbruggen, moet je de obligatie minimaal 5 jaar aanhouden. Je krijgt namelijk €20 rente per jaar en 100/20 = 5 jaar.
Dus is het bij dit voorbeeld maar de vraag of het interessant is in deze obligatie te investeren. Stel de prijs van deze obligatie was gelijk aan zijn nominale waarde, dan had jij na 5 jaar al een winst gehad van €100. Namelijk de couponrente van €20 x 5 jaar. Dat is al een heel stuk beter!
De risico's van obligaties
Het risico van obligaties verschilt heel erg in wat voor obligaties je investeert. Zoals ik al eerder aangaf is het namelijk een stuk risicovoller om in een obligatie van een bedrijf te investeren dat op de grond van de afgrond staat, dan in een obligatie van een overheid.
Maar in het algmeen heb je de volgende risico's bij het investeren in obligaties: het koersrisico, debiteurenrisico, valutarisico en het liquiditeitsrisico.
Koersrisico
Het koersrisico is het risico dat de obligatie minder waard wordt op de beurs, vaak gaat de prijs van de obligatie dan onder de nominale waarde. Dit kan het geval zijn als bijvoorbeeld de marktrente stijgt.
Debiteurenrisico
Daarnaast heb je ook het debiteurenrisico, dit is het risico dat de uitgever van de obligatie de aflossing en rente niet meer kan betalen. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen doordat de uitgever van de obligatie verkeert in een slechte financiële positie.
Om het debiteurenrisico te verkleinen kun je investeren in obligaties met een hoge kredietwaardigheid. De kredietwaardigheid van obligaties wordt weergegeven in ratings, de ratings lopen hier van AAA (hoge kredietwaardigheid) tot en met C (lage kredietwaardigheid). Hier kun je een mooi overzicht zien van alle ratings van obligaties + wat deze ratings betekenen.
Valutarisico
Net zoals bij aandelen, kan ook bij obligaties sprake zijn van een valutarisico. Het valutarisico is het risico dat de euro minder waard wordt ten opzichte van de andere valuta waarmee de obligatie wordt verkocht.
Liquiditeitsrisico
Ook heb je het liquiditeitsrisico, dit is het risico dat je je obligatie niet kunt verkopen. Er is dan meer aanbod op de beurs dan vraag.
Tip: als jij geïnteresseerd bent in het kopen van obligaties dan is mijn mening dat je beter kunt houden bij de obligaties die in de gradatie A vallen (dit zijn dus obligaties met een hoge kredietwaardigheid). Zoals ik in deze blog benoemd heb, worden obligaties beoordeeld op basis van een kredietscore. Obligaties in de gradatie A hebben een relatief laag risico.
Wel is het belangrijk dat je altijd zelf nog goed onderzoek doet naar het bedrijf of de overheid waar je jouw geld in wilt investeren. De kredietscore geeft je een goed beeld, maar is niet altijd 100% correct.
Tip: Om goede diversificatie toe te passen op je obligaties is het slim om minimaal 10 verschillende obligaties te bezitten. Om dit te kunnen behalen zul je duizenden euro's moeten investeren en dit is voor vele nog niet mogelijk. Daarom is het slim om te kijken naar obligatie ETF's. Zo kun je namelijk al met een aantal tientjes investeren in verschillende soorten obligaties (je hebt daardoor dus een goede diversificatie) en daardoor ook een lager risico.
Let op: beleggen kent risico's, je kunt je inleg verliezen. Je blijft verantwoordelijk voor je eigen handelen.
Comments